Meten = weten

Aan de hand van een lichaamsanalyse kan de samenstelling (vocht, vet en vetvrije massa) van je lichaam bepaald worden.

Dit is een medisch gevalideerde meting, die eenvoudig uit te voeren is.

De meting wordt al liggend uitgevoerd. Zo heeft de kracht van je lichaam het minste invloed op de meting en wordt het vocht in je lichaam het beste verdeeld.

Wanneer je een traject volgt of op consultatie komt in het kader van overgewicht wordt er bijna altijd een lichaamsanalyse gedaan. Maar je kan er ook voor kiezen om enkel op consultatie te komen en een lichaamsanalyse te laten uitvoeren.

Je genen bepalen hoe je lichaam omgaat met voeding, beweging en levensstijl. Aan de hand van een DNA-analyse kan er achterhaald worden welke factoren jouw gewicht het sterkst beïnvloeden.

Gaat jouw lichaam suikers uit de voeding gebruiken als energiebron of eerder opslaan als vetmassa? Heb je een verhoogd risico op insulineresistentie (en later diabetes type 2)? Hoe snel gaat je lichaam in vetverbranding tijdens beweging? Dit zijn een aantal vragen die beantwoord worden bij een DNA-analyse. 

Na de staalafname volgt een periode van zes weken om het staal te laten analyseren in een hiervoor gespecialiseerd labo.

Daarna worden je resultaten besproken tijdens een consultatie van 60 minuten. Een geprint rapport en gerichte adviezen worden op het eind van dit consult meegegeven. 

Een te hoog suikergehalte in het bloed is schadelijk voor je bloedvaten. Ook wanneer je geen diabetes hebt.

Wanneer je bloedsuikerspiegel piekt wil dit zeggen dat je lichaam over zoveel suiker beschikt dat het niet alle suikers kan gebruiken als brandstof, dus je lichaam gaat in vetopslag.

Kortom, hoge bloedsuikerspiegels kan je maar beter vermijden wanneer je gezond oud wil worden, een jonge, gezonde huid wil behouden, diabetes of hart- en vaatziekte hebt of wanneer je gewicht wil verliezen. 

Hoe vlot je lichaam met suikers kan omgaan is persoonsafhankelijk. Door een suikeranalyse krijg je verschillende inzichten in de manier waarop jouw lichaam met suikers omgaat. Zo leer je ook welke voedingsmiddelen je beter niet of net wel kan eten. En wat het effect van beweging op je bloedsuikerspiegel is. 

Tijdens een eerste week dat je de glucosesensor draagt, ga je voornamelijk registreren wat je eet, hoeveel je beweegt, of je goed slaapt,… Deze gegevens worden samen met de gemeten waarden besproken tijdens een tussentijds consult van 45 minuten.

Met nieuwe inzichten kan je weer aan de slag tijdens de laatste week dat je de glucosesensor draagt. Bij een evaluatieconsult van 45 minuten op het einde van de suikeranalyse worden de laatste resultaten/inzichten besproken.